Taken en werkwijze

Als het nodig is vraagt de minster inhoudelijk advies aan de CBGV. De commissie geeft een oordeel op basis van een dossier. Het opleidingsprogramma is een van de belangrijkste documenten in dit dossier. Bij de beoordeling kunnen ook de beroepservaring en eventuele medische specialisatie een rol spelen.

De CBGV kan zo nodig een diplomawaardering opvragen bij de Nuffic of de Vereniging Landelijke Organen Beroepsonderwijs (COLO). Ook kan de commissie referenties over een aanvrager inwinnen en de aanvrager uitnodigen voor een gesprek.

Voor artsen, tandartsen en verpleegkundigen die hun diploma hebben behaald buiten de EER of Zwitserland  is er het assessment. Het actuele niveau van kennis en vaardigheden wordt getoetst. Meer informatie hierover kunt u lezen op de pagina Assessment.

Bij uitzondering hoeven mensen niet deel te nemen aan het assessment. Dit wordt beoordeeld bij het in behandeling nemen van de aanvraag.

Mogelijke adviezen artikel 3 beroepen

De CBGV kan het volgende adviseren. Het door opleidingen en beroepservaring bereikte niveau van een buitenslands gediplomeerde is: 

  • gelijkwaardig
  • nagenoeg gelijkwaardig of
  • niet gelijkwaardig aan dat van een Nederlandse beroepsbeoefenaar.

Is de opleiding gelijkwaardig of nagenoeg gelijkwaardig, dan komt de aanvrager in aanmerking voor inschrijving in het BIG-register. Het kan daarbij gaan om een geclausuleerde inschrijving.

Mogelijke adviezen artikel 34 beroepen

De CBGV kan de minister adviseren of de aanvrager de wettelijk erkende opleidingstitel mag voeren of niet. Zo nodig geeft de commissie aan wat een aanvrager nog moet doen om de opleidingstitel te mogen voeren. Voor het artikel 34 beroep bestaat in Nederland geen wettelijk ingesteld register, zoals het BIG-register.

Meer informatie kunt u lezen in de circulaire Verklaring van vakbewaamheiddocument link.